Taalwinkel
Een argumentatieschema maken
Bij stap 1 van het argumentatieproces heb je je argumenten geselecteerd. Nu ben je bij stap 2: je maakt een argumentatieschema.
Het gaat er niet om zo veel mogelijk argumenten te hebben. De argumenten moeten vooral duidelijk zijn en kloppen. Het standpunt moet aan de hand van de argumenten stevig onderbouwd zijn. Zet de argumenten die je gaat gebruiken in een argumentatieschema, ook wel argumentatiestructuur genoemd. Een schema geeft een goed overzicht van het betoog. Je ziet of je voldoende argumenten hebt en of ze sterk genoeg zijn.
Aandachtspunten
- Zet pijlen in het schema om het onderlinge verband van de argumenten te laten zien.
- Schrijf in het schema de juiste signaalwoorden tussen de argumenten.
- Voer de 'want/dus'-proef uit als je twijfelt over de volgorde van de argumentatie: van standpunt naar argument ga je met want, van argument naar standpunt met dus.
- Lees bij betoog hoe je je argumenten het helderst verwoordt.
Argumentatievormen
Er zijn vier vormen van argumentatie die je kunt gebruiken in je schema: enkelvoudige, meervoudige, nevenschikkende en onderschikkende argumentatie.
1. Enkelvoudige argumentatie
Bij enkelvoudige argumentatie onderbouw je je standpunt met één argument:
Het openbaar vervoer moet goedkoper worden, want hierdoor zullen de files afnemen.
2. Meervoudige argumentatie
Bij meervoudige argumentatie gebruik je meer dan één argument. Ieder argument is extra en staat los van de andere argumenten. Een meervoudige argumentatie is de sterkste argumentatiestructuur:
Het openbaar vervoer moet goedkoper worden, want hierdoor zullen de files zullen afnemen én het is beter voor het milieu.
3. Nevenschikkende argumentatie
Bij nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Als je een van de twee ontkracht, klopt je argumentatie niet meer:
We kunnen vanavond niet meer terug naar Amsterdam, want ik heb te veel gedronken, maar óók rijden de treinen niet.
4. Onderschikkende argumentatie
Bij onderschikkende argumentatie ondersteunt een argument een ander argument:
De kinderopvang moet goedkoper worden, want er zullen meer vrouwen gaan werken, want er is een groot tekort aan arbeidskrachten.
Hierna volgt stap 3 van het argumentatieproces: het beoordelen van de aanvaardbaarheid van je argumenten.