Taalwinkel

Taalbeoordelingsformulier: formuleren

De formulering van de tekst is voldoende als toon, woordgebruik en zinsbouw zijn afgestemd op het doel en de lezer.

Toon

Mogelijke feedback als de toon onvoldoende is:

  • Het tekstdoel (informeren, beschrijven, overtuigen of argumenteren) past niet bij de tekstsoort, bv. als de inleiding van je verslag informerend is, probeer dan niet de lezer iets te verkopen.
  • Je taalgebruik past niet bij het doel, bv. een voorlichtingstekst (neutrale toon) verschilt van een wervende tekst (enthousiasmerend).
  • Je woorden en zinnen passen niet bij het publiek: je toon is (te vaak/soms) te persoonlijk/te zakelijk/te formeel of ambtelijk/te informeel/populair (spreektalig).
  • Je toon is niet consistent (overal hetzelfde), bv. je gebruikt ‘jij’ en ‘u’ door elkaar, of zowel ‘worden’ als ‘ik’.
  • Je adresseert de lezer in een tekstsoort waar dat niet gebruikelijk is, bv. ‘In dit hoofdstuk kunt u de conclusies vinden’ i.p.v. ‘In dit hoofdstuk staan de conclusies.’

Woordgebruik

Mogelijke feedback als het woordgebruik onvoldoende is:

  • Je gebruikt de passieve vorm te vaak, bv. een vorm van ‘worden’ of ‘zijn’.
  • Je gebruikt onvoldoende academische en vakspecifieke woorden en woordcombinaties.
  • Je gebruikt (academische en vakspecifieke) woorden en woordcombinaties verkeerd, bv. ‘Er werd een stagnatie ingezet’.
  • Je gebruikt afkortingen zonder ze te introduceren, bv. ‘BSA’ in plaats van ‘Bindend studieadvies (BSA)’.
  • Tussen alinea’s en zinnen gebruik je signaalwoorden niet goed, bv. ‘bovendien’ waar geen opsommend verband is.
  • Je legt begrippen die misschien onbekend zijn bij de lezer, niet uit, bv. nieuwe, vakspecifieke begrippen of definities.
  • Je gebruikt te veel spreektaal, bv. ‘In dit onderzoek wordt gekeken naar’, i.p.v. ‘Er wordt onderzoek gedaan naar’, of ‘We bespreken de theorie’ i.p.v. ‘In de theorie komt ... aan bod’.
  • Je gekozen woorden zijn te vaag, bv. ‘een bepaalde theorie’, ‘dingen’ of ‘goed’.
  • Je gebruikt te vaak dezelfde woorden en/of je herhaalt te vaak woorden.

Zinsbouw (formulering)

Mogelijke feedback als de zinsbouw (formulering) onvoldoende is:

  • Je hebt in je zinnen vaak het verkeerde onderwerp gekozen en/of de verkeerde persoonsvorm.
  • Je onderwerp en/of persoonsvorm staan vaak op de verkeerde plek in de zin.
  • Je hebt de passieve vorm gebruikt daar waar je beter had kunnen kiezen voor de actieve vorm, bv. ‘Er wordt aangegeven dat’ i.p.v. ‘In deze paragraaf staat’.
  • Je bent inconsequent met je tijden (je gebruikt werkwoordstijden door elkaar), bv. ‘toen hij de fout maakte, gaat het mis’.
  • Je gebruikt te vaak korte of juist te lange zinnen achter elkaar.
  • Je lange zinnen zijn lastig te begrijpen, bv. omdat gerelateerde informatie te ver uit elkaar staat (tangconstructies).
  • Je hebt te veel lidwoorden verkeerd gebruikt.
  • Je hebt te veel lidwoorden inconsequent gebruikt, bv. ‘de deksel’ en ‘het deksel’.
  • Binnen de zinnen gebruik je signaalwoorden niet goed, bv. ‘mits’ waar je ‘tenzij’ bedoelt.
  • Je maakt te vaak fouten in verwijzingen met die, dat of wat, bv. ‘het meisje die’ i.p.v. ‘het meisje dat’.
  • Je maakt te vaak fouten in verwijzingen met ‘waarvan’ en ‘van wie’.
Gepubliceerd door  Taalwinkel CC: BY-SA-NC Taalteam Studentenzaken 21 maart 2024