Taalwinkel

Taalbeoordelingsformulier met feedbackzinnen

De HvA heeft een beoordelingsmodel ontwikkeld om schrijfproducten te beoordelen. Met het online taalbeoordelingsformulier kun je per taalcategorie aangeven of een student al op voldoende niveau zit. Bij elke onvoldoende is een rijtje standaard feedbackzinnen opgesteld, zodat je snel gerichte feedback kunt geven.

Dit formulier is ontwikkeld door het Taalteam van HvA Studentenzaken. Je mag dit formulier voor niet-commerciële doeleinden gebruiken en aanpassen aan je eigen situatie, onder vermelding van HvA Studentenzaken. HvA-studenten kunnen dit formulier koppelen als rubric in Brightspace; stuur een e-mail naar het Taalteam voor meer informatie.

Bij elk onderdeel staat aangegeven of de student voldoende (V) dan wel onvoldoende (O) scoort:

  • De relevante feedbackzinnen zijn eventueel aangevuld met specifieke voorbeelden uit de ingeleverde tekst.
  • Deze feedbackzinnen zijn uiteraard ook bedoeld als aandachtspunten bij een voldoende (V), inclusief eventuele voorbeelden uit de ingeleverde tekst.
  • Per categorie zijn verwijzingen naar Taalwinkel opgenomen voor verdere informatie.

Afstemming op doel

V: De tekst is afgestemd op het doel ervan.

O: De tekst is nog niet voldoende afgestemd op het doel ervan.

Mogelijke feedback bij afstemming op doel

Zorg ervoor dat:

  • het tekstdoel (informeren, beschrijven, overtuigen of argumenteren) beter aansluit bij de tekstsoort;
  • alle vaste onderdelen van de opdracht aanwezig zijn;
  • je alle onderdelen van de opdracht hebt uitgewerkt zoals deze horen te zijn;
  • je taalgebruik bij het doel past;
  • de opbouw van je tekst past bij de tekstsoort.

Afstemming op publiek

V: Het taalgebruik is afgestemd op het publiek (bv. formeel/informeel, de toon is consistent).

O: Het taalgebruik is nog niet voldoende afgestemd op het publiek

Mogelijke feedback bij afstemming op publiek

Zorg ervoor dat:

  • je woorden en zinnen passen bij het publiek, dus niet te persoonlijk of juist te zakelijk, en niet te formeel/ambtelijk of te informeel/populair (spreektalig);
  • je toon consistent is;
  • je de lezer niet adresseert in een zakelijke tekst;
  • je de passieve vorm met mate gebruikt;
  • je telkens uitlegt waarom je iets opschrijft (en dus niet aanneemt dat de lezer wel begrijpt wat je bedoelt).

Samenhang op tekstniveau

V: De gedachtelijn is logisch (in hoofd- en bijzaken en correcte verbanden) en bevat hooguit een enkele kronkel, die niet hinderlijk is voor het begrip van de tekst.

O: De gedachtelijn is nog niet voldoende logisch en bevat kronkels, die hinderlijk zijn voor het begrip van het product.

Mogelijke feedback op samenhang op tekstniveau

Zorg ervoor dat:

  • je tekst goed te volgen is: de inleiding, het middenstuk en het slot moeten duidelijk te herkennen zijn;
  • je tekst een samenhangende indruk biedt, met een duidelijke samenhang tussen inleiding en middenstuk, en tussen middenstuk en slot/conclusie;
  • je tekst relevante en voldoende informatie bevat;
  • je tekst niet te veel herhalingen bevat, waardoor de samenhang in de opbouw verwarrend of onduidelijk wordt;
  • je een heldere hoofdstuk- en paragraafindeling gebruikt;
  • elk hoofdstuk begint met een inleiding, waarin duidelijk wordt waar het hoofdstuk over gaat en wat erin wordt beschreven;
  • je verwijst naar bijlagen, grafieken, tabellen en/of afbeeldingen;
  • je grafieken, tabellen en/of afbeeldingen in de buurt van de beschrijving hiervan hebt gezet.

Samenhang op alinea- en zinsniveau

V: Alinea’s sluiten op elkaar aan en ze zijn goed opgebouwd met duidelijke zinsverbanden (incl. signaal-, voeg- en verwijswoorden).

O: Alinea’s sluiten nog niet voldoende op elkaar aan en zijn nog niet voldoende opgebouwd met duidelijke zinsverbanden (incl. signaal-, voeg- en verwijswoorden).

Mogelijke feedback op samenhang op alinea- en zinsniveau

Zorg ervoor dat:

  • je alinea’s kernzinnen bevatten;
  • je slechts één hoofdgedachte per alinea gebruikt;
  • je voldoende verbindingsconstructies;
  • je signaalwoorden correct en voldoende gebruikt tussen de alinea’s en/of binnen de zinnen;
  • je verwijswoorden en/of signaalwoorden duidelijk ergens naartoe verwijzen;
  • je zinnen niet onnodig lang zijn; lange, samengestelde zinnen zijn lastig te begrijpen, bijvoorbeeld door tangconstructies;
  • je citaten in- of uitleidt, waardoor er samenhang met je tekst ontstaat.

Woordgebruik en woordkeuze

V: Het woordgebruik is adequaat en gevarieerd.

O: Het woordgebruik is nog niet adequaat en te weinig gevarieerd. De verkeerde woorden zijn gekozen en/of er is sprake van storende herhalingen.

Mogelijke feedback op woordgebruik en woordkeuze

Zorg ervoor dat:

  • je gekozen woorden concreet zijn en niet te vaag blijven;
  • je afkortingen met mate gebruikt; schrijf ze bij voorkeur uit;
  • de juist voorzetsels gebruikt;
  • je voldoende academische en vakspecifieke woorden en woordcombinaties gebruikt;
  • je (academische en vakspecifieke) woorden en woordcombinaties correct gebruikt;
  • je geen spreektaal gebruikt in een geschreven tekst.

Spelling

V: De algemene (werkwoord)spellingsregels zijn correct toegepast; een enkele fout kan nog voorkomen.

O: De algemene (werkwoord)spellingsregels zijn nog niet goed toegepast; de fouten zijn storend voor het begrip van de tekst.

Mogelijke feedback op spelling

Zorg ervoor dat:

  • je tekst geen vermijdbare typefouten (fouten die door de spellingscontrole worden aangegeven) bevat;
  • je de werkwoorden correct spelt;
  • je samenstellingen aan elkaar schrijft;
  • je afleidingen correct spelt;
  • je hoofdletters in voldoende mate en correct gebruikt.

Zinsbouw (grammatica)

V: De zinnen zijn goed geformuleerd; een enkele fout in langere, samengestelde zinnen kan nog voorkomen. De fouten die voorkomen zijn niet hinderlijk voor het begrip van de tekst.

O: De zinnen zijn nog niet goed geformuleerd, onder andere met fouten in langere, samengestelde zinnen. De fouten die voorkomen zijn hinderlijk voor het begrip van de tekst.

Mogelijke feedback op zinsbouw (grammatica)

Zorg ervoor dat:

  • je samengestelde zinnen correct zijn;
  • je lidwoorden correct en consequent gebruikt;
  • je meervoud/enkelvoud correct en consequent gebruikt, ook in het woordgeslacht;
  • je de werkwoordstijden consequent gebruikt;
  • je correct verwijst naar het woordgeslacht;
  • je het bijvoeglijk naamwoord correct vervoegt.

Interpunctie (leestekens)

V: Leestekens zijn correct gebruikt; een enkele fout kan nog voorkomen.

O: Leestekens zijn nog incorrect gebruikt; de fouten zijn hinderlijk voor het begrip van de tekst.

Mogelijke feedback op interpunctie (leestekens)

Zorg ervoor dat:

  • je voldoende leestekens gebruikt;
  • je (samengestelde) zinnen met komma's verbindt in plaats van punten;
  • je zinnen scheidt met punten in plaats van komma’s;
  • je de dubbele punt en de puntkomma correct gebruikt;
  • je aanhalingstekens voor citaten gebruikt.

Lay-out

V: De lay-out en de indeling ondersteunen het begrip van het product.

O: De lay-out en de indeling ondersteunen het begrip van het product nog niet voldoende.

Mogelijke feedback op lay-out

Zorg ervoor dat:

  • je je hoofdstukken onderverdeelt in paragrafen.
  • je voldoende witregels gebruikt; zet bij elkaar wat bij elkaar hoort.
  • je niet elke zin op een nieuwe regel hebt staan; zet bij elkaar wat bij elkaar hoort in een alinea.

Algemene beoordeling op taal

  • Wanneer een student op alle onderdelen voldoende scoort, beheerst die het gevraagde niveau goed en hoeft die geen actie te ondernemen.
  • Wanneer een student op één onderdeel op het niveau onvoldoende scoort, dan verdient het aanbeveling hier aandacht aan te schenken en waar nodig hulp in te schakelen of gericht te oefenen.
  • Wanneer een student op twee onderdelen onvoldoende scoort, dan moet die actie ondernemen om aan deze onderdelen gericht te werken, bijvoorbeeld in overleg met een mentor.
  • Wanneer een student bij drie of meer onderdelen onvoldoende scoort, dan is de taalbeheersing problematisch. Als de student hier niets aan doet, gaat dit tot problemen leiden bij de uitvoering en beoordeling van vakken. De student moet actie ondernemen om het taalniveau in ieder geval op deze onderdelen te verbeteren, bijvoorbeeld in overleg met een mentor.
Gepubliceerd door  Taalwinkel CC: BY-SA-NC Taalteam Studentenzaken 28 maart 2022