Taalwinkel

Onderwerp (subject)

Het onderwerp (subject) van de zin is degene die of datgene wat in de zin iets doet of is. Als je de persoonsvorm verandert door hem in enkelvoud of meervoud te zetten, moet het subject meeveranderen, wil de zin correct blijven.

Ik ga naar Amsterdam verhuizen.
Wij gaan naar Amsterdam verhuizen.

Als je Engels gestudeerd hebt, kun je lerares worden.
Als jullie Engels gestudeerd hebben, kunnen jullie lerares worden.

Mededelende hoofdzin

In de mededelende hoofdzin staat het subject vaak vlak voor of achter de persoonsvorm als het bepaald is. Een onbepaald subject kan verder van de persoonsvorm af staan.

Mijn ouders wonen in een dorp hier ver vandaan. (bepaald)

Dit jaar gaan de belastingen flink omhoog. (bepaald)

Het halen van een diploma is niet voor iedereen even makkelijk. (bepaald)

Dat valt wel mee. (bepaald)

Wie van kaas houdt, moet deze Emmenthaler eens proeven.

In Colombia is gisteravond de president van de nationale bank gehuldigd. (bepaald, maar iets verder van de persoonsvorm af)

Er woont tegenwoordig een kunstenaar boven mijn ouders. (onbepaald)

In Brazilië wordt al sinds jaren uitstekende koffie geproduceerd. (onbepaald)

Vragende hoofdzin

In de vragende hoofdzin staat het bepaald subject direct achter de persoonsvorm, maar het onbepaald subject staat vaak verder van de persoonsvorm af.

Waarom hebt u dat gedaan? (bepaald)

Kom je morgen ook? (bepaald)

Waarom zijn er niet meteen door de directie excuses aangeboden? (onbepaald)

Is er gisteren voor mij misschien een pakje bezorgd? (onbepaald)

Bijzin

In de bijzin staan subject en persoonsvorm meestal verder uit elkaar.

Omdat we nog veel werk te doen hebben, komen we vanavond een beetje later.

Mijn moeder gaat vanavond naar Pulp Fiction, terwijl ze helemaal niet van gewelddadige films houdt.

Tip

Lees meer over zinsdelen op Cambiumned . Op deze site vind je ook veel oefeningen.

Gepubliceerd door  Taalwinkel 23 maart 2022