Taalwinkel

Bijvoeglijk naamwoord (adjectief)

Bijvoeglijke naamwoorden geven een eigenschap of toestand aan van een zelfstandig naamwoord. Voorbeelden van adjectieven zijn: mooi, interessant, rood.

Er zijn verschillende soorten adjectieven, in te delen naar gebruik. Bijzonder aan adjectieven is dat ze vervoegd kunnen worden.

Attributief, predicatief of adverbiaal gebruik

Adjectieven staan heel vaak voor een substantief; dit heet attributief gebruik van het adjectief. Adjectieven kunnen ook predicatief gebruikt worden in het naamwoordelijk deel van het gezegde; dit heet predicatief gebruik van het adjectief.

Adjectieven kunnen ook adverbiaal gebruikt worden. Een bijwoord of adverbium geeft informatie over een werkwoord, een bijvoeglijk naamwoord of een ander bijwoord. Een bijwoord kun je niet vervoegen.

Zij draagt een rode jas. (attributief)

Dat is een groot huis. (attributief)

De jas is rood. (predicatief)

Hij loopt snel. (adverbiaal)

Dat heb je fantastisch gedaan. (adverbiaal)

Comparatief en superlatief

Adjectieven veranderen van vorm in de comparatief en superlatief:

De wedstrijd duurde gisteren langer dan vanavond. (comparatief)

Dit is het mooiste schilderij dat ik ooit heb gezien. (superlatief)

Vervoeging van adjectieven

Het adjectief (bijvoeglijk naamwoord) heeft vaak een -e als het voor een substantief (zelfstandig naamwoord) staat. Maar bij de enkelvoudsvorm van een het-woord dat onbepaald gebruikt wordt, komt er geen –e. Bijvoorbeeld:

Met buigings-e Zonder buigings-e
lekkere koffie (want: de koffie) lekker bier (want: het bier)

het leuke verhaal
de leuke verhalen

een leuk verhaal

een mooie bank
de mooie bank
de mooie banken

-

De regel van de vorm van het adjectief is lastig te leren. Je gebruikt een adjectief zonder -e als er van de volgende twee zaken sprake is:

  1. Het adjectief hoort bij een onbepaald gebruikt substantief (bijvoorbeeld: een eiland), én
  2. Het substantief is een het-woord (bijvoorbeeld: het eiland). Je krijgt dan: een groot eiland.

Leer een paar vaste combinaties van substantief en adjectief, bijvoorbeeld: een duur huis, een nieuwe computer, prachtig weer.

Herken je de fout?

  1. Mijn zus is een zeer slimme meisje. Op de basisschool heeft ze twee klassen overgeslagen.
  2. Het Muiderslot is een prachtige middeleeuwse kasteel. Heb je het wel eens bezocht?
  3. Alle medewerkers hadden een andere inzicht dan de directeur, maar de directeur besliste.

In deze zinnen gebruik je geen -e, want het zijn het-woorden die onbepaald gebruikt worden. Correct is dus:

  1. Mijn zus is een zeer slim meisje. ...
  2. Het Muiderslot is een prachtig middeleeuws kasteel. ...
  3. De medewerker had een ander inzicht dan de directeur ...

Tip

Lees meer over woordsoorten op Cambiumned . Op deze site vind je ook veel oefeningen.

Gepubliceerd door  Taalwinkel 23 maart 2022