Taalwinkel

Komma

Voor de komma zijn geen keiharde regels opgesteld. Een vaak gehoord advies is om een komma te plaatsen als je bij hardop lezen een kleine pauze hoort. Die regel is niet voor iedereen makkelijk toe te passen.

Veel schrijvers worstelen daarom ermee: wanneer zet je nou een komma en wanneer niet? Kom je er niet uit met hardop voorlezen, gebruik dan de volgende richtlijnen.

Wel een komma

Plaats een komma:

  • tussen een hoofdzin en een bijzin als er geen voegwoord is gebruikt (zin 1);
  • in zinnen waar twee persoonsvormen naast elkaar staan (zin 2);
  • in een samengestelde zin die zonder komma onduidelijkheid kan opleveren (zin 3);
  • voor en/of na een verklarende toevoeging bij een zelfstandig naamwoord of eigennaam (zin 4);
  • tussen korte hoofdzinnen die zonder voegwoord aan elkaar zijn gekoppeld (zin 5);
  • tussen delen van een opsomming in een zin (zin 6);
  • tussen bijvoeglijke bepalingen, als deze van plaats kunnen veranderen zonder van betekenis te veranderen (zin 7);
  • voor en na een hoofdzin die als tussenzin is gebruikt (zin 8);
  • aan het eind van een beperkende bijvoeglijke bijzin (zin 9);
  • aan het begin en eind van een uitbreidende bijvoeglijke bijzin (zin 10).
  1. Toen ik een studie moest gaan kiezen, was ik niet goed voorbereid.
  2. Hoewel ik het een goed idee vind, weet ik niet of ik erachter sta.
  3. Dat zij geen zin had in de excursie, was me al eerder duidelijk geworden.
  4. Shakira, de Colombiaanse zangeres met een IQ van 140, komt op voor de straatkinderen in haar geboorteland.
  5. Hij kwam, hij zag, hij overwon.
  6. De vier pilaren van het marketingbeleid bestaan uit het product, de prijs, de distributie en de promotie.
  7. Lupin is een meeslepende, zinderende serie. Het is dus een erg aantrekkelijk aanbod om deze nog eens te bekijken.
  8. Vannacht, ik was net in slaap gevallen, werd ik wakker van het gekrijs van vechtende katten.
  9. Medewerkers die goed presteren, ontvangen aan het eind van het jaar een bonus.
  10. De organisatie, die 20 jaar geleden is opgericht, kent een platte organisatiestructuur.

Lastige kwesties

Komma voor 'en'

Vaak wordt beweerd dat er geen komma voor 'en' mag. Dat is te stellig, want het is zeker niet verboden. Meestal is het echter gewoonweg niet nodig. Soms kan een komma voor 'en' verduidelijkend werken, bijvoorbeeld bij lange zinnen of na een tussenzin, en dan mag het wel. Verder kan het verwarring voorkomen in opsommingen:

Het onderzoek spitst zich toe op de verschillen tussen dyslexie en dyscalculie, en de overeenkomsten.

Beperkende of uitbreidende bijzin

Het verschil tussen een beperkende of uitbreidende bijzin is soms lastig, maar de komma maakt hierin een groot verschil:

  • In een beperkende bijzin geef je extra informatie die je niet kunt weglaten. Hierbij gebruik je dus maar één komma, aan het einde van de bijzin.
  • In een uitbreidende bijzin geef je daarentegen extra informatie die ook weggelaten zou kunnen worden. Je gebruikt dan twee komma’s, voor en na de bijzin.

In zin 1 gaat het dus om die ene specifieke docent die je kent omdat ze altijd koekjes eet. In zin 2 gaat het om een willekeurige docent. Ze eet toevallig graag koekjes, maar die informatie had je ook kunnen weglaten.

  1. De docent die graag koekjes at, vergat haar tas in het lokaal.
  2. De docent, die graag koekjes at, vergat haar tas in het lokaal.
Gepubliceerd door  Taalwinkel 12 mei 2022