Taalwinkel

Wissel af

Zorg ervoor dat niet alle zinnen in je tekst dezelfde lengte hebben, maar wissel af in zinsbouw, zinstype en zinslengte. Continu lange zinnen lezen is vermoeiend voor een lezer, maar te veel korte zinnen geven een staccato indruk en ook dat leest niet prettig.

Vergelijk de volgende fragmenten:

Met veel korte zinnen

De kandidaten worden door ons beoordeeld. Dit gebeurt op systematische wijze. Beoordeling vereist een stabiele waarneming. Ervaring en training zijn hiervoor noodzakelijk. Enkele beoordelaars zijn aanwezig. Zij observeren op verschillende momenten. Zij moeten altijd uitwisselbaar zijn.

Met zinnen van wisselende lengte

De kandidaten worden door ons op systematische wijze beoordeeld. Beoordeling vereist een stabiele waarneming, waarvoor ervaring en training noodzakelijk zijn. Enkele beoordelaars zijn aanwezig. Zij observeren op verschillende momenten en moeten altijd uitwisselbaar zijn.

De zinnen in het tweede fragment zijn van wisselende lengte, waardoor de tekst prettiger wegleest. Afwisseling krijg je niet alleen door de zinslengte te variëren, maar de opbouw van de zin. Vergelijk:

Met telkens dezelfde opbouw

De kandidaat moet zich voorbereiden op een rollenspel. Hierbij studeert hij een van tevoren omschreven rol in, bijvoorbeeld die van commercieel medewerker. Vervolgens voert hij een gesprek met een andere rollenspeler. Deze kan de rol van klant op zich nemen.

Met afwisselende opbouw

De kandidaat moet zich voorbereiden op een rollenspel. Hierbij studeert hij een van tevoren omschreven rol in. Hij speelt bijvoorbeeld een commercieel medewerker. Vervolgens voert hij een gesprek met een andere rollenspeler. Deze kan de rol van klant op zich nemen.

In het eerste fragment beginnen alle zinnen met het onderwerp, gevolgd door de persoonsvorm. Dat maakt het fragment saaier dan het tweede, waarin ook enkele zinnen op een andere manier beginnen.

Ten slotte maak je je tekst ook afwisselender door af en toe een vraag te stellen of de gebiedende wijs te gebruiken. Bijvoorbeeld:

Met afwisseling

Aan welke lichaamsbeweging moet men hierbij denken? Elke vorm van lichaamsbeweging waarbij het lichaam met zijn eigen gewicht wordt belast, is zinvol. Bijvoorbeeld wandelen, tuinieren, hardlopen, tennissen, (rol)schaatsen, dansen en touwtje springen, en in mindere mate fietsen en roeien. Het gaat dus beslist niet om sporten op topniveau. Wel is het van belang, dat u het liefst iedere dag, maar minstens zo’n drie keer per week bewust aan lichaamsbeweging doet, gedurende minstens 15 minuten. Het is beter om twee keer per dag enkele minuten te bewegen, dan één keer per week een uur achter elkaar. Kies liever de trap dan de lift of roltrap en neem ook liever de fiets dan de auto of bromfiets!

Gepubliceerd door  Taalwinkel Uit: Hermans, M. De kleine schrijfgids. Coutinho, Bussum, 1997.  17 oktober 2023