Taalwinkel
Tegenwoordige tijd
Voor de vervoeging van de persoonsvorm enkelvoud neem je de ik-vorm als uitgangspunt. De persoonsvorm meervoud is gelijk aan het volledige werkwoord (de infinitief).
Onderwerp | Persoonsvorm | Voorbeeld |
Ik (enkelvoud, 1e persoon) | Ik-vorm | Ik vind |
Je/jij/u (enkelvoud, 2e persoon) | Ik-vorm + t* | Jij/u vindt Vind jij?/Vindt u? |
Hij/zij/het (enkelvoud, 3e persoon) | Ik-vorm + t | Hij/zij/het vindt |
We/wij (meervoud, 1e persoon) | Hele werkwoord | Wij vinden |
Jullie (enkelvoud, 2e persoon) | Hele werkwoord | Jullie vinden |
Ze/zij (enkelvoud, 3e persoon) | Hele werkwoord | Zij vinden |
* Uitzondering: ik-vorm als 'jij' na de persoonsvorm komt.
Fouten worden vooral gemaakt in de volgende twee situaties:
- Als een werkwoord een voorvoegsel als ge-, be-, her-, ver- of ont- begint. De vorm lijkt dan meestal sterk op het voltooid deelwoord (zin 1 en 2).
- Als een zin meerdere persoonsvormen bevat (zin 3).
- Hij bestelt een biertje aan de bar. (Derde persoon enkelvoud, tegenwoordige tijd)
- Hij heeft een biertje aan de bar besteld. (Voltooid deelwoord)
- De marketingmanager verwacht dat zijn actie een groot succes wordt.
In samengestelde zinnen wijkt soms ook de woordvolgorde af. Laat je niet in verwarring brengen als de persoonsvorm na het voltooid deelwoord staat.
Het is van belang dat er een besluit genomen wordt.
In de volgende video vind je alles over de tegenwoordige tijd nog eens op een rijtje.
Werkwoordspelling: tegenwoordige tijd.