Taalwinkel

Meervoudsvorming

Van alle telbare zelfstandig naamwoorden kan een meervoud worden gemaakt.

Meervoud op -en

Een meervoud krijg je meestal door -en toe te voegen (zin 1). Om een correcte uitspraak te krijgen moet de spelling van het zelfstandig naamwoord vaak worden aangepast. Zo moet de medeklinker soms worden verdubbeld (zin 2), een klinker worden verwijderd (zin 3 en 4) of een medeklinker worden vervangen (zin 5).

  1. De financiële middelen ontbraken.
  2. Grote zonnebrillen zijn weer in de mode.
  3. Het fotomodel heeft lange benen.
  4. Hij drinkt drie glazen cola per dag.
  5. Het verslag bestaat uit drie paragrafen.

Meervoud op -n of -ën

Om problemen met de uitspraak te voorkomen voeg je bij een enkelvoud dat eindigt op -ee een trema toe op het achtervoegsel (zin 1). Dit doe je ook als de uitgang eindigt op een beklemtoonde -ie (zin 2).

Als de klemtoon niet op de -ie valt, voeg je alleen een -n toe. Plaats dan wel een trema voor een correcte uitspraak (zin 3).

  1. De kapitein bevoer verschillende zeeën.
  2. Voor zijn werkstuk onderzocht de student verschillende theorieën.
  3. Bij acne kan de talg niet snel genoeg uit de poriën stromen waardoor puistjes ontstaan.

Meervoud op -s of-‘s

Als het meervoud op een ‘s’ eindigt, schrijf je -s. Voorwaarde is dat de klank niet verandert (zin 1 t/m 3). Dat geldt dus ook voor woorden op -eau, die van zichzelf al op een oo-klank eindigen (zin 4).

  1. De ridders kruisten de degens.
  2. Met weemoed denkt zij terug aan haar vakantieliefdes.
  3. Mijn zwager verzamelt oude treinkaartjes.
  4. Het prinsesje ontving veel cadeaus voor haar verjaardag.

Je schrijft -‘s als het enkelvoud eindigt op de lange klinkers i, o, y, u, a. Om problemen met de uitspraak te voorkomen komt er dan een apostrof voor de meervouds-s te staan.

  1. In de boekhandel vind je een uitgebreid assortiment agenda’s.
  2. Ik heb een paar nieuwe ski’s gekocht.
  3. Golf en polo zijn dure hobby’s.
Gepubliceerd door  Taalwinkel 21 maart 2023