Taalwinkel
Correctiecodes bij formulering
Correctiecodes geven aan welk soort verbeteringen nog doorgevoerd moeten worden. Ze worden dus zowel door docenten als door studenten gebruikt. De code begint in onderstaande gevallen met de F van formulering.
F1 Deze zin leest onprettig omdat hij te lang is en/of te ingewikkeld.
F2 Onzorgvuldig geformuleerd.
F3 Door het gebruik van dit vage verwijswoord is niet duidelijk waarnaar je precies verwijst.
F4 Dit is een personificatie.
F5 Dit is een archaïsch woord. Gebruik liever een moderne variant ervan.
F6 Gebruik hier geen persoonlijke stijl en/of spreek de lezer niet aan.
F7 Dit is te populair woordgebruik.
F8 Dit is geen correct woordgebruik.
F9 Deze persoonsvorm is niet in orde. Kijk naar het onderwerp: is dat enkelvoud of meervoud?
F10 Je moet hier een ander voorzetsel kiezen.
F11 Je hebt hier geen goed verwijswoord gekozen.
F12 Dit is een incorrecte of kromme zin.
F13 De spelling van dit woord is niet in orde. Controleer eventueel in het Groene Boekje of bekijk de items van spelling.
F14 Fout in de werkwoordspelling.
F15 Zet de punt op tijd.
F16 Dit zijn geen aparte zinnen, de conjunctie geeft aan dat deze zinnen bij elkaar horen.
F17 Kommagebruik is niet in orde.
F18 Geen hoofdletter na een dubbele punt.
F19 Schrijf voluit.
F20 Dit schrijf je (niet) met een hoofdletter.
F21 Dit samengestelde woord schrijf je als één woord, dus aan elkaar.
F22 Dit woord mag je niet zo afbreken.
F23 Vaag taalgebruik. Wees exacter.
F24 Vermijd subjectief taalgebruik.
F25 Niet met de hand schrijven.