In de formuleerfase zet je je tekst op papier. Tijdens deze fase:
- verwerk je de gelezen literatuur op de juiste manier. Ga naar Literatuur verwerken.
- let je op een goede opbouw van en een goede samenhang tussen alinea’s. Ga naar Samenhang tussen alinea’s.
- kies je zorgvuldig je woorden. Ga naar Tips voor een goed woordgebruik.
- zorg je voor een heldere en wetenschappelijke stijl.
- hanteer je de spellings- en interpunctievoorschriften van het Groene Boekje. Voor verdere adviezen ga naar spelling en interpunctie.
- zorg je dat de grammatica in orde is. Lees de Tips voor beter Nederlands. Ga bij vragen of twijfel naar Grammatica.
- werk je al direct met de voorschriften voor de juiste lay-out. Ga hiervoor naar Technische verzorging.
- kun je als niet-Nederlandstalige student gratis begeleiding krijgen bij je tekst bij Het Gilde Amsterdam/Raad op Maat. De medewerkers van Gilde Amsterdam hebben allen een hbo-opleiding of universitaire achtergrond en geven adviezen bij het taalgebruik in je teksten.
Als je dit allemaal tegelijk probeert te doen, is de kans groot dat een of meer van deze zaken onvoldoende aandacht krijgen. Werk daarom in meerdere schrijfrondes. Besteed in het begin besteed vooral aandacht aan de inhoud en het verwerken van de literatuur. In de tweede schrijfronde kun je meer aandacht besteden aan de samenhang en logische opbouw van alinea’s en zinnen. Pas in een derde fase zijn stijl en woordkeus aan de beurt. In een laatste ronde kun je controleren of de grammatica, spelling, interpunctie en lay-out in orde zijn.