Met deze test kun je nagaan wat de sterke en zwakke kanten zijn van je schrijfvaardigheid. Je krijgt 45 vragen die verdeeld zijn over zeven categorieën. Na afloop krijg je een overzicht van hoe je op de diverse deelvaardigheden scoort. Bij de zwakke punten krijg je advies.
Quiz samenvatting
0 van 45 vragen beantwoord
Vragen:
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- 26
- 27
- 28
- 29
- 30
- 31
- 32
- 33
- 34
- 35
- 36
- 37
- 38
- 39
- 40
- 41
- 42
- 43
- 44
- 45
Informatie
Quiz beschrijving
U heeft de quiz al eerder gemaakt. Daarom kunt u de quiz niet nog eens maken.
De quiz wordt geladen...
Je moet een account aanmaken of inloggen om de quiz te beginnen.
De volgende quiz moet afgerond zijn alvorens deze te beginnen:
Resultaten
0 van 45 vragen correct beantwoord
Tijd voorbij
U heeft 0 van 0 punten gehaald (0)
Gemiddelde score |
|
Uw score |
|
Categorieën
- Afwerken van de tekst 0%
- Beheersing van de taal 0%
- Formuleren / schrijfstijl 0%
- Gedrag / houding bij het schrijven 0%
- Inhoud van de tekst 0%
- Opzetten / voorbereiden 0%
- Structureren van informatie 0%
-
De toets is nagekeken! Controleer je score en bekijk bij iedere vraag de feedback.
Subcategorie 1: Gedrag / houding bij het schrijven
0 – 60%
Waarschijnlijk belemmeren je manier van werken en/of je kijk op het schrijven je bij het produceren van een tekst. Schrijven is een complexe taak. Je moet inhoud bedenken, informatie logisch ordenen, de juiste schrijfstijl en correct taalgebruik hanteren etc. Als je dat allemaal tegelijk wilt doen of op het laatste nippertje, raakt je brein overbelast. Zorg dus voor een goede planning. Begin zo snel mogelijk met de eerste stap, zodat je alle stappen uit het proces de nodige aandacht kunt geven. Het opdelen in stappen maakt de klus overzichtelijker waardoor je niet zo snel meer in paniek raakt. Waarschijnlijk vind je schrijven daardoor ook minder vervelend. Bekijk de uitleg over het schrijfproces. Je kunt je ook opgeven voor een cursus Beter Schrijven aan de UvA of volg de gratis online schrijfcursus van HvA en UvA: Beter schrijven in het hoger onderwijs.
61- 70%
Je zou misschien nog iets optimaler kunnen werken. Kijk bijvoorbeeld eens bij Tips bij het voorbereiden van de tekst of bij De juiste werkwijze bij het schrijven .
71- 100%
Je hebt waarschijnlijk een goede werkwijze en schrijfhouding.
Subcategorie 2: Beheersing van de taal
0 – 60%
Je schrijfprobleem is waarschijnlijk (deels) een taalprobleem. Er valt nog wel wat te verbeteren aan je taalgebruik. Bekijk op Taal op UvA en HvA de diverse cursussen die je kunt volgen, of werk aan je taalvaardigheid met de oefeningen en tips op deze site die je vindt onder het tabblad Taalhulp.
61- 70%
Hoewel je voldoende hebt gescoord, zou je nog wel wat aandacht kunnen schenken aan de verbetering van je taalgebruik. Ga naar het tabblad Taalhulp voor oefeningen en tips op het gebied van grammatica, spelling, stijl, interpunctie en woordenschat.
71- 100%
Je hebt bij het schrijven waarschijnlijk weinig of geen problemen met de taal.
Subcategorie 3: Opzetten / voorbereiden
0 – 60%
Je besteedt waarschijnlijk te weinig aandacht aan de voorbereidende fase van het schrijven. Het is belangrijk dat je vooraf bedenkt wat precies de bedoeling is. Vraag en zoek net zo lang tot je precies weet wat men van je verwacht. Ga naar Het schrijfproces: voorbereiden of naar Tips bij het voorbereiden van de tekst voor meer informatie over de eerste fase van het schrijfproces.
61- 70%
Misschien kun je nog iets meer aandacht geven aan de eerste stap van het schrijfproces. Weet je wel precies wat de bedoeling is? Ga naar Het schrijfproces: voorbereiden voor meer informatie over de eerste fase van het schrijfproces.
71- 100%
De eerste fase van het schrijfproces, het opzetten van de tekst en het zoeken naar informatie, is waarschijnlijk geen probleem voor je.
Subcategorie 4: Structureren van informatie
0 – 60%
Als je laag in deze categorie hebt gescoord, heb je waarschijnlijk moeite met het structureren van je teksten. Deels kan dat komen door een gebrek aan kennis. Ga naar Het schrijfproces: structureren voor meer informatie over het ordenen van informatie. Een andere oorzaak kan je manier van werken zijn: je begint dan waarschijnlijk te snel met schrijven, zonder duidelijk voor ogen te hebben waar je heen wilt. De kans is groot dat je dan verzandt. Maak eerst een tekstschema. Misschien ligt structureren niet in je aard: vraag dan vooraf altijd commentaar aan je begeleider op de opzet die je hebt bedacht. Er kan dan nog van alles verschoven en veranderd worden. Ben je eenmaal een eind op gang, dan is dat veel lastiger. Je kunt je ook opgeven voor een cursus Beter Schrijven aan de UvA of schrijf je in voor de gratis online schrijfcursus van HvA en UvA: Beter schrijven in het hoger onderwijs.
61- 70%
Het structureren van de tekst is mogelijk niet je sterkste kant. Ga na bij Het schrijfproces: structureren en bij Tips bij het plannen van een tekst of er nog bruikbare tips voor je zijn. Je kunt in ieder geval je werkwijze nog verbeteren.
71- 100%
Je zult meestal geen problemen hebben met het structureren van de informatie.
Subcategorie 5: Formuleren / schrijfstijl
0 – 60%
Kennelijk is er iets mis met de manier waarop je je gedachten verwoordt. Probeer na te gaan wat het probleem exact is. Is je schrijfstijl te populair, te vaag of te oubollig? Ga dan naar stijltips voor meer informatie over problemen met stijl of maak de Stijltest. Het kan ook zijn dat je werkwijze bij het uitschrijven van de tekst niet optimaal is, omdat je te veel naar woorden zoekt of blijft hangen bij de eerste zin. Ga in dat geval naar Tips bij het formuleren van een tekst. Je kunt je ook opgeven voor een cursus Beter Schrijven aan de UvA of voor de gratis online schrijfcursus van HvA en UvA: Beter schrijven in het hoger onderwijs.
61- 70%
Misschien kun je de manier waarop je schrijft nog wat verbeteren. Ga naar
Hoe zorg ik voor correct taalgebruik of bekijk de stijltips. Misschien kun je je werkwijze nog wat aanscherpen, zie Tips bij het formuleren van een tekst71- 100%
Het formuleren van teksten gaat je waarschijnlijk goed af.
Subcategorie 6: Afwerken van de tekst
0 – 60%
Het netjes afwerken van de tekst is waarschijnlijk niet je sterkste kant. Besteed er meer aandacht aan, en zorg ook dat je aan het einde nog wat tijd over hebt om de tekst te controleren op taal-, stijl-, spel- en interpunctiefouten. Je kunt bij Corrigeren en Tips bij het corrigeren van de tekst meer informatie en hulp vinden voor het corrigeren en afwerken van je teksten. Laat in ieder geval je tekst altijd door een ander lezen voordat je hem inlevert, als netjes afwerken niet je sterkste punt is.
61- 70%
Je kunt nog wel iets verbeteren aan het afwerken van je teksten. Neem er wat meer tijd voor om te zorgen dat je tekst voldoet aan alle criteria die je kunt vinden bij Corrigeren .
71- 100%
Je zult over het algemeen genoeg aandacht besteden aan de afwerking van je teksten en zorgen dat ze aan de gestelde eisen voldoen.
Subcategorie 7 Inhoud van de tekst
0 – 60%
Er is iets mis met de inhoud van je tekst. Je krijgt waarschijnlijk het commentaar dat je niet zorgvuldig bent in het weergeven van de gelezen informatie of dat je te oppervlakkig schrijft of te weinig onderbouwt wat je beweert. Breng jezelf op de hoogte van Literatuur verwerken om Plagiaat te voorkomen of lees meer over Argumentatie . Besteed veel tijd aan het zorgvuldig kiezen van je onderwerp en centrale vraag en vraag je begeleider daarbij om advies.
61- 70%
Je zou iets meer aandacht kunnen geven aan de inhoud van je tekst. Weet je hoe je je Literatuur verwerken moet? En hoe je moet Argumenteren?
71- 100%
Je zult waarschijnlijk weinig moeite hebben om een goed verantwoorde en onderbouwde tekst te schrijven.
- 1
- 2
- 3
- 4
- 5
- 6
- 7
- 8
- 9
- 10
- 11
- 12
- 13
- 14
- 15
- 16
- 17
- 18
- 19
- 20
- 21
- 22
- 23
- 24
- 25
- 26
- 27
- 28
- 29
- 30
- 31
- 32
- 33
- 34
- 35
- 36
- 37
- 38
- 39
- 40
- 41
- 42
- 43
- 44
- 45
- Beantwoord
- Beoordeling
-
Vraag 1 van 45
1. Vraag
Ik weet niet goed hoe ik het moet aanpakken als ik een schrijfopdracht krijg.
-
Vraag 2 van 45
2. Vraag
Ik kan goed inplannen en schatten hoe lang ik over een schrijfopdracht doe.
-
Vraag 3 van 45
3. Vraag
Ik stel het schrijven aan een schrijfopdracht altijd uit tot het laatste moment.
-
Vraag 4 van 45
4. Vraag
Ik heb een hekel aan schrijven.
-
Vraag 5 van 45
5. Vraag
Ik grijp iedere gelegenheid aan om het schrijven te onderbreken.
-
Vraag 6 van 45
6. Vraag
Ik heb het gevoel dat alles definitief is wat ik opschrijf, dat het perfect moet zijn en dat remt mij.
-
Vraag 7 van 45
7. Vraag
Ik raak in paniek als ik een schrijfopdracht krijg en blokkeer.
-
Vraag 8 van 45
8. Vraag
Ik schrijf vrijwel foutloos.
-
Vraag 9 van 45
9. Vraag
Ik maak regelmatig spelfouten en/of fouten met leestekens zoals punt en komma.
-
Vraag 10 van 45
10. Vraag
Ik gebruik vaak dezelfde woorden en ken weinig synoniemen.
-
Vraag 11 van 45
11. Vraag
Ik vind het moeilijk om spreekwoorden en uitdrukkingen te gebruiken.
-
Vraag 12 van 45
12. Vraag
Men vindt mijn taalgebruik te simpel; te weinig academisch, te weinig vaktaal.
-
Vraag 13 van 45
13. Vraag
Ik vind het lastig om de juiste schrijfstijl te gebruiken in verschillende soorten teksten.
-
Vraag 14 van 45
14. Vraag
Nederlands is niet mijn moedertaal; ik vertaal vaak direct uit mijn eigen taal naar het Nederlands.
-
Vraag 15 van 45
15. Vraag
Ik weet niet goed wat er van mij verwacht wordt bij een schrijfopdracht.
-
Vraag 16 van 45
16. Vraag
Ik weet vaak niet waarover ik moet schrijven.
-
Vraag 17 van 45
17. Vraag
Het lukt mij niet goed om in een zin duidelijk te maken waarover ik ga schrijven.
-
Vraag 18 van 45
18. Vraag
Ik weet goed waar je informatie moet zoeken voor de inhoud van de tekst.
-
Vraag 19 van 45
19. Vraag
Ik weet niet hoe ik de verzamelde informatie moet schiften op bruikbaarheid voor de tekst.
-
Vraag 20 van 45
20. Vraag
Voordat ik begin te schrijven, maak ik altijd eerst een schema.
-
Vraag 21 van 45
21. Vraag
Ik ken diverse standaardschema’s en gebruik die ook voor mijn eigen teksten.
-
Vraag 22 van 45
22. Vraag
Ik bekijk vooraf goed of mijn tekstschema past bij mijn centrale vraag: de stappen in dat schema zijn noodzakelijk om de vraag te beantwoorden.
-
Vraag 23 van 45
23. Vraag
Ik vind het moeilijk om een goede volgorde en een logische lijn te bedenken voor mijn tekst.
-
Vraag 24 van 45
24. Vraag
Ik weet niet goed welke informatie in welk tekstdeel (inleiding, samenvatting, conclusie etc. ) moet staan.
-
Vraag 25 van 45
25. Vraag
Tijdens het schrijven raak ik vaak de rode draad kwijt.
-
Vraag 26 van 45
26. Vraag
Ik denk niet echt na over alinea’s. Ik breng ze meestal pas achteraf aan.
-
Vraag 27 van 45
27. Vraag
Ik besteed veel aandacht aan het duidelijk maken van de samenhang in mijn tekst en maak daarvoor veel gebruik van woorden en zinnen als: hieruit volgt….ten eerste..ten tweede, in het onderstaande hoofdstuk wordt uitgelegd…in tegenstelling tot.
-
Vraag 28 van 45
28. Vraag
Ik krijg vaak te horen dat men moeite heeft mijn teksten te volgen.
-
Vraag 29 van 45
29. Vraag
Ik kan vaak niet op het juiste woord of de juiste formulering komen.
-
Vraag 30 van 45
30. Vraag
Ik kan teksten die ik lees, goed in mijn eigen woorden weergeven.
-
Vraag 31 van 45
31. Vraag
Ik schrijf zoals ik praat.
-
Vraag 32 van 45
32. Vraag
Anderen hebben vaak moeite mijn teksten te begrijpen. Ze vinden mij vaag.
-
Vraag 33 van 45
33. Vraag
Ik zit altijd heel lang op de eerste zin te ploeteren.
-
Vraag 34 van 45
34. Vraag
Ik controleer na afloop of ik de centrale vraag die ik heb bedacht, ook echt heb beantwoord in mijn tekst.
-
Vraag 35 van 45
35. Vraag
Ik controleer de tekst altijd na afloop op taal-, stijl- en spelfouten.
-
Vraag 36 van 45
36. Vraag
Ik ken de eisen voor het opnemen van figuren, tabellen, grafieken, afbeeldingen en citaten in een tekst.
-
Vraag 37 van 45
37. Vraag
Voordat ik begin met het schrijven van de tekst, stel ik de kantlijnen, lettertype, regelafstand en lay-out van de titels, subtitels, noten etc. vast.
-
Vraag 38 van 45
38. Vraag
Voordat ik de tekst inlever, controleer ik nog een keer precies wat de opdracht was en aan welke eisen van mijn studie de tekst moet voldoen.
-
Vraag 39 van 45
39. Vraag
Ik let goed op of mijn informatie of mijn beweringen juist zijn door de bron te checken.
-
Vraag 40 van 45
40. Vraag
Voordat ik belangrijke teksten inlever, laat ik ze altijd lezen door een ander.
-
Vraag 41 van 45
41. Vraag
Ik weet hoe ik gelezen literatuur in mijn tekst moet verwerken en hoe ik naar deze bronnen moet verwijzen.
-
Vraag 42 van 45
42. Vraag
In mijn teksten is het altijd duidelijk welke informatie van mezelf is en welke van anderen.
-
Vraag 43 van 45
43. Vraag
Ik vind het lastig om een onderwerp diepgaand te behandelen.
-
Vraag 44 van 45
44. Vraag
Ik ga niet schrijven voordat de stof waarover ik moet schrijven, helemaal beheers: ik zoek en vraag net zo lang door tot ik alles begrijp.
-
Vraag 45 van 45
45. Vraag
Ik vind het lastig mijn mening duidelijk te verwoorden en die te onderbouwen met argumenten.